Spelregels

Beknopte spelregels

U mag dit lezen, maar gewoon in de praktijk meedoen is misschien net zo makkelijk! Wij helpen u. 

Spelregel 1

Toss

  1. Voordat het spel begint moet er getosst worden. De winnaar van de toss moet kiezen uit de mogelijkheden genoemd in spelregel eerst serveren of eerst ontvangen;
  2. aan de ene dan wel aan de andere kant van het net beginnen.
  3. De verliezer van de toss maakt vervolgens de overgebleven keuze.

 Spelregel 2

Telling

  1. Een partij wordt gespeeld om 2 gewonnen games, tenzij anders is bepaald.
  2. De partij die het eerst 21 punten scoort wint de game, behalve wanneer spelregel 2.4 of 2.5 van toepassing is.
  3. De partij die de rally wint scoort een punt. Een partij wint een rally wanneer de tegenstander een fout maakt of als de shuttle niet langer in spel is omdat deze binnen de speelhelft van de tegenstander de vloer raakt.
  4. Vanaf de stand 20-20 wint de partij die het eerst 2 punten voorsprong behaalt de game.
  5. Bij de stand 29-29 wint de partij die het 30e punt scoort de game.
  6. De partij die een game wint begint met serveren in de volgende game.

 Spelregel 3

Wisselen van speelhelft

Spelers moeten van speelhelft wisselen:

  1. na afloop van de eerste game;
  2. na afloop van de tweede game indien er een derde game moet worden gespeeld;
  3. in de derde game zodra één van de partijen 11 punten heeft gescoord.

 LET OP:

Indien niet op de in spelregel 3.3 aangegeven wijze van speelhelft is gewisseld, moet dit alsnog gebeuren zodra de vergissing is opgemerkt en de shuttle niet in spel is. De dan bereikte stand blijft gehandhaafd.

 Spelregel 4

Enkelspel

A. Serveervakken

  1. De spelers serveren vanuit en ontvangen in het rechter serveervak, als de serveerder geen punten of een even aantal punten heeft gescoord in de game.
  2. De spelers serveren vanuit en ontvangen in het linker serveervak, als de serveerder een oneven aantal punten heeft gescoord in de game.

 B. Volgorde van spelen en positie op de baan

Tijdens een rally wordt de shuttle beurtelings door de serveerder en de ontvanger geslagen vanaf elke willekeurige positie aan de eigen zijde van het net totdat de shuttle niet langer in spel is (zie spelregel 15).

 C. Scoren en serveren

  1. Als de serveerder een rally wint (zie spelregel 2.3), scoort de serveerder een punt. De serveerder serveert dan opnieuw vanuit het andere serveervak.
  2. Als de ontvanger een rally wint (zie spelregel 2.3), scoort de ontvanger een punt. De ontvanger wordt dan de nieuwe serveerder.

 Spelregel 5

Dubbelspel

A. Serveervakken

  1. Een speler van de serverende partij serveert vanuit het rechter serveervak, als zijn partij geen punten of een even aantal punten heeft gescoord in de game.
  2. Een speler van de serverende partij serveert vanuit het linker serveervak, als zijn partij een oneven aantal punten heeft gescoord in de game.
  3. De speler van de ontvangende partij die het laatst heeft geserveerd ontvangt in het vak van waaruit hij het laatst heeft geserveerd. Op de partners is het omgekeerde van toepassing.
  4. De speler van de ontvangende partij die in het diagonaal tegenover de serveerder liggende serveervak staat is de ontvanger.
  5. De spelers wisselen niet van serveervak totdat zij een punt scoren tijdens hun eigen servicebeurt.
  6. In elke servicebeurt is aantal punten van de serverende partij bepalend voor het vak van waaruit de service moet worden geslagen, behalve in gevallen waarin spelregel 6 van toepassing is.

 B. Volgorde van spelen en positie op de baan

Nadat de service is teruggeslagen, wordt de shuttle tijdens een rally beurtelings door één van de spelers van de serverende partij en één van de spelers van de ontvangende partij geslagen vanaf elke willekeurige positie aan de eigen zijde van het net totdat de shuttle niet langer in spel is (zie spelregel 15).

 C. Scoren en serveren

  1. Als de serverende partij een rally wint (zie spelregel 2.3), scoort de serverende partij een punt. De serveerder serveert dan opnieuw vanuit het andere serveervak.
  2. Als de ontvangende partij een rally wint (zie spelregel 2.3), scoort de ontvangende partij een punt. De ontvangende partij wordt dan de serverende partij.

 D. Volgorde van serveren

In elke game vervalt het recht van serveren achtereenvolgens:

  1. van de eerste serveerder die de game vanuit het rechter serveervak is begonnen,
  2. aan de partner van de eerste ontvanger, waarbij de service vanuit het linker serveervak moet worden geslagen;
  3. dan aan de partner van de eerste serveerder;
  4. dan aan de eerste ontvanger;
  5. dan weer aan de eerste serveerder enzovoorts.
  6. Een speler mag niet voor zijn beurt serveren of ontvangen of in dezelfde game twee opeenvolgende services ontvangen, behalve wanneer spelregel 12 van toepassing is.
  7. Elk van beide spelers van de partij die een game wint mag in de volgende game beginnen met serveren en elk van beide spelers van de verliezende partij mag in de volgende game beginnen met ontvangen.

 Spelregel 6

Opstellingsvergissingen

Een speler maakt een opstellingsvergissing als hij:

  1. voor zijn beurt heeft geserveerd of ontvangen;
  2. vanuit het verkeerde serveervak heeft geserveerd of in het verkeerde serveervak heeft ontvangen;
  3. Wanneer een opstellingsvergissing wordt ontdekt moet deze worden gecorrigeerd waarbij de bereikte stand gehandhaafd blijft.

Ingewikkeld? 

Op het eerste gezicht misschien wel. Maar als u met hulp van ons gewoon gaat spelen, is het heel simpel.